De doorgewinterde belegger zal deze vraag zo kunnen beantwoorden. Voor de leken onder ons is het iets wat we misschien alleen kennen uit films. Wie bijvoorbeeld Wolf of Wallstreet heeft gezien, zal bij de beurs misschien denken aan mannen in pakken die rondrennen in een grote hal waar allemaal tv-schermen hangen en waar het lijkt alsof de wereld elk moment kan vergaan. Er wordt gebeld, geschreeuwd, gevloekt en als je niet oplet, ga je zo de mist in met verkeerde beleggingen. Tijd om de mythe te ontrafelen!
Wat bedoelen we met ‘de beurs’.
Als we het hebben over ‘de beurs’ dan bedoelen we hiermee de effectenbeurs. Voorbeelden zijn de Dow Jones, Nasdaq en AEX, maar er zijn er wereldwijd veel meer. Op de beurs worden effecten verhandeld, en dat zijn dus niet alleen aandelen. De term aandelenbeurs dekt de lading dus niet (helemaal). Effecten zijn namelijk onder te verdelen in drie groepen: naast aandelen vallen ook obligaties en afgeleide producten (bijvoorbeeld opties) onder de noemer effecten.
De beurs is van enorm economisch belang, het zorgt er namelijk voor dat bedrijven geld kunnen lenen of kapitaal kunnen verwerven. Zo kan een bedrijf investeren en/of groeien. Er gaat dagelijks veel geld om op de beurs, toezicht en regulering is dus erg belangrijk. Daarom staat de Nederlandse tak van Euronext onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Beurzen wereldwijd
Er zijn wereldwijd veel effectenbeurzen, waarvan de eerder genoemde AEX, Nasdaq, Nikkei en Dow Jones wellicht de meest bekende zijn hier. AEX is de Amsterdamse beurs, die tegenwoordig door fusies en overnames onder de Euronext beurzen valt. Euronext is een samenwerkingsverband tussen Europese beurzen, waaronder Parijs, Londen en Brussel. In 2007 ging Euronext samen met NYSE, de New Yorkse beurs, die de Europese tak in 2013 weer afstootte om zich te richten op de Amerikaanse markt.
Sindsdien is Euronext weer zelfstandig én werd een beursgenoteerd bedrijf. Aandelen in Euronext zijn in handen van onder andere ABN AMRO, ASR, BNP Paribas en Société Générale. Het hoofdkantoor van Euronext is onze eigen Amsterdamse Beurs aan Beursplein 5 in Amsterdam, waar al lang de AEX gevestigd is.
Ook andere beurzen gaan meer en meer samen om zo efficiënter en kostenbesparend te kunnen werken. Daarnaast zorgt zo’n fusie of samenwerking ervoor dat handelen op verschillende beurzen voor beleggers makkelijker gaat.
Aandelen
Zoek je het woord ‘aandeel’ op in de dikke Van Dale dan vind je onder andere deze betekenis:
- waardepapier van iemand die bijdraagt aan het kapitaal van een onderneming
Er zijn meer betekenissen voor het woord aandeel, maar deze slaat natuurlijk op aandeel als effect, op de effectenbeurs. Een aandeel is dus een stukje deelneming in een bedrijf, of specifieker, in het kapitaal van een bedrijf. Op aandelen kan dividend worden uitgekeerd. Dit is een stukje van de winstdeling van het bedrijf. Gaat het goed met het bedrijf dan zal de dividend hoger worden, net als de waarde van het aandeel op de beurs. Maar als het slecht gaat met het bedrijf zal de waarde dalen, en kan het zijn dat je geen dividend ontvangt.
De koers van een aandeel komt tot stand door vraag en aanbod van de aandelen. Als het slecht gaat met een bedrijf, zal de vraag naar aandelen lager zijn dan het aanbod. Gaat het juist heel goed met een bedrijf (ze hebben bijvoorbeeld goede cijfers laten zien) dan is de vraag vaak hoger. Dit principe wordt marktwerking genoemd en is goed te zien in de handel van aandelen. Op het juiste moment kopen én verkopen is dus cruciaal, maar omdat niet alles altijd te voorspellen valt, is het beleggen in aandelen altijd min of meer een gok.
[supsystic-price-table id=48]
Obligaties
Bij een obligatie schrijft een bedrijf of overheid een lening uit. Een obligatie zelf is, volgens de Van Dale:
- Een aan de beurs verhandelbare schuldbekentenis
Koop je een obligatie, dan leen je dus geld uit aan instantie die de obligatie uitgeeft.
Over obligaties wordt couponrente betaald, welke je als obligatiehouder ontvangt als vergoeding voor de lening. De hoogte van de couponrente wordt vooral bepaald door de kredietwaardigheid van de instantie. Van een gemeente mag je verwachten dat je je geld eigenlijk altijd wel terugkrijgt, het risico om dus een overheidsobligatie te nemen, is vrij klein. De couponrente is daarom ook laag. Koop je obligaties van een bedrijf dat al in moeilijkheden verkeert, of dat in opspraak is of gewoon nog in de opstartende fase, dan is je risico groter. De kans dat je je geld niet (volledig) terug krijgt is groter maar daar staat dan ook een hogere couponrente tegenover.
Bij obligaties kun je overigens ook geld verdienen als de koers op de beurs stijgt. En dus geld verliezen als de koers daalt. Dit werkt hetzelfde als bij aandelen. Wil je weten welk risico een bepaalde obligatie met zich meebrengt? Kijk dan naar de rating van de instantie die de obligatie uitgeeft. De rating geeft namelijk een goede indicatie van de kredietwaardigheid van de betreffende partij. Moody's en Standard & Poors (S&P) zijn de bekendste kredietbeoordelaars ter wereld en hun ratings worden dus veelvuldig gebruikt.
Type obligaties
Je kunt obligaties met verschillende kenmerken krijgen. Kijk vooral naar wat er bij jou past, dit kan van verschillende factoren afhankelijk zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hoe lang je je geld kunt missen, hoeveel risico je wil (en kunt) lopen en of een gegarandeerde uitbetaling belangrijk is.
- Vaste couponrente: hierbij staat de rente die wordt uitgekeerd over de obligatie al vanaf uitgifte vast
- Vaste looptijd: de looptijd van de obligatie staat vanaf uitgifte vast
- Achtergestelde obligaties: deze obligaties leveren meer risico op, en dus een hogere couponrente. Bij faillissement van de uitgevende partij worden de leningen op de obligaties pas betaald nadat alle andere schuldeisers zijn voldaan. De kans dat je je geld terugkrijgt is dus kleiner dan bij reguliere obligaties
- Perpetual obligaties: Perpetual betekent eeuwigdurend, deze obligaties hebben dus geen (vaste) looptijd
- Converteerbare obligaties: deze worden ook wel convertible genoemd en dit betekent dat de obligaties tegen bepaalde voorwaarden (door de uitgever van de obligaties bepaald) in te ruilen zijn tegen aandelen in het bedrijf
- Floating rate: hierbij staat de couponrente niet vast, deze is variabel. Meestal wordt de rente hierbij gekoppeld aan een bepaalde index, zoals marktrente of Euribor (de rente waartegen banken onderling geld lenen)
Afgeleide producten
Naast aandelen en obligaties zijn er nog legio andere producten waarin je kunt handelen op de effectenbeurs. Deze worden samen onder de noemer afgeleide producten geschaard, en dat komt vooral om het producten zijn die gebaseerd zijn een andere, onderliggende waarde zoals aandelen, valuta of grondstoffen. Voorbeelden zijn opties (wellicht de meest bekende), futures en warrants. Maar ze kunnen ook heel anders genoemd worden!
Opties
Een optie is, zoals de naam wellicht al doet vermoeden, een mogelijkheid om een recht te kopen om een onderliggende waarde (aandeel, obligatie, valuta, grondstof of andere zaken die waarde hebben en verhandeld kunnen worden) te kopen (call optie) of verkopen (put optie) tegen een vooraf vastgestelde datum en binnen een vooraf vastgestelde termijn.
Je kunt het ook wel zien als een reservering, waar je echter wel voor betaalt. Dit wordt de optiepremie genoemd. Tegen betaling van die optiepremie spreek je met de schrijver van de optie (de koper óf verkoper, afhankelijk van het soort optie) af dat hij de waarde voor vasthoudt tot de afgesproken datum, en dat hij deze aan je verkoopt of van je koopt tegen de afgesproken prijs. Als optienemer (en dus betaler van de optiepremie) ben je niet verplicht de koop ook daadwerkelijk door te laten gaan. Loopt de termijn af en heb jij je optie niet uitgevoerd, dan vervalt je reservering (optie).
Hoe dan ook, je betaalt altijd je optiepremie. Laat je de optie uiteindelijk niet doorgaan, dan heb je alsnog die premie betaald. Opties worden voor verschillende redenen gebruikt, bijvoorbeeld voor het indekken tegen koersrisico’s, maar je kunt er ook mee speculeren op een stijging of juist daling van een bepaalde koers of waarde. Opties worden verhandeld op de optiebeurs.
Warrants
Op het eerste gezicht lijkt een warrant op een optie. Met een warrant koop je namelijk eenzelfde recht als bij een optie: de mogelijkheid om een onderliggende waarde te kopen (call warrant) of verkopen (put warrant) gedurende een bepaalde periode en tegen een vooraf vastgestelde prijs. Toch zijn er ook verschillen te noemen tussen warrants en opties.
Allereerst worden warrants verhandeld aan de klassieke effectenbeurs (dus net als aandelen). Dit brengt meteen een ander kenmerk met zich mee: de regels en voorwaarden op de optiebeurs zijn sterk gestandaardiseerd, terwijl bij een warrant de uitgever zelf de voorwaarden bepaalt en deze dus veel flexibeler kunnen zijn dan bij opties. De uitgever van een warrant is altijd een onderneming of financiële instelling, een particuliere belegger bijvoorbeeld kan geen warrants uitgeven. Het laatste belangrijke verschil is dat de looptijd van een warrant over het algemeen langer is. De periode waarin de warrant kan worden uitgevoerd, en de onderliggende waarde verkocht of gekocht kan worden, is dus normaal gesproken langer dan een optieperiode.
Futures
Een future lijkt op een optie alleen dan met een hefboomwerking. Daardoor kun je in korte tijd veel geld verdienen maar ook verliezen. Futures kun je ook tegenkomen onder andere namen, als termijncontracten, turbo’s, sprinters of speeders. Door het hefboom effect kun je snel profiteren van een stijging of daling van de onderliggende waarde.
Als je inzet op een stijging van de waarde, dan noemen we dat een future long. Bij een daling wordt dit een future short genoemd. Met een future zet je in op een deel van de onderliggende waarde, en niet zoals bij een optie op de volledige waarde. Wel krijg je de volledige waardestijging of -daling.
De hefboomfactor bepaalt hoeveel jouw aandeel stijgt of daalt als de onderliggende waarde wijzigt. Hefboom 5 betekent dus dat, als de waarde 1% stijgt, jij 5% krijgt. Maar andersom, als de waarde 10% daalt, betaal jij 50%. Dit maakt futures behoorlijk risicovol. Er is wel een stop loss ingebouwd: je kunt niet meer verliezen dan je inzet, als dat niveau bereikt is houdt de future op te bestaan.
Deelnemen aan beleggingsfondsen
Wil je gaan beleggen en wil je dit in eigen beheer doen, dan kan dat natuurlijk. Iedereen kan namelijk handelen aan de beurs. Maar als je dat gaat doen, vereist dat kennis én tijd. Je moet namelijk vrijwel continu in de gaten houden wat de beurs doet, en aan de hand van de koersen elke keer bepalen of je gaat kopen, verkopen of juist niets doet. Doe je dit niet, en mis je hierdoor een belangrijke koersdaling bijvoorbeeld, dan kan het je in korte tijd veel geld kosten. En dan hebben we het nog niet over een beurscrash. De meeste beleggers hebben geen tijd, zin en/of kennis om dit dagelijks (of zelfs elk uur) bij te houden en hierop te acteren. Dan kan het interessant zijn om deel te nemen aan een beleggingsfonds.
Beleggingsfondsen kennen een beheerder. Dit kan een bank of financiële instelling zijn, maar bijvoorbeeld ook een hedgefund. De beheerder maakt een mix van verschillende effecten waardoor het risico verspreid wordt. Deze effecten gaan allemaal op één grote hoop en deelnemers aan een beleggingsfonds kopen een stukje van deze hoop. Elke mix heeft een bepaald risico en daarmee samenhangend een verwacht rendement. Hoe hoger het risico hoe hoger het verwachte rendement, en vice versa. Welke mix je kiest is onder andere afhankelijk van hoe lang je je geld weg kunt zetten (als je je geld langer kunt missen kun je voor een lager risico kiezen omdat je dan niet genegen bent om bij de eerste de beste koersverhoging te cashen) maar is vooral ook een gevoelsmatige keuze. Als jij geen durfal bent, voel je je waarschijnlijk niet prettig bij een fonds met een hoog risico. Hoe mooi het verwachte rendement dan ook is, is voor jou de betere keuze waarschijnlijk toch een mix met minder risico en dan ook maar wat minder rendement.
Pensioenfondsen
Wist je trouwens dat jij waarschijnlijk ook deel uitmaakt van een beleggingsfonds, al is het niet direct? Als je in loondienst bent en pensioen opbouwt, ben je lid van een pensioenfonds. En pensioenfondsen maken gebruik van beleggingsfondsen om hun rendement te halen. Dat verklaart meteen ook waarom je pensioenverwachting tijdens de economische crisis behoorlijk daalde. Want als het slecht gaat op de beurs, gaat het meestal met beleggingsfondsen, en dus pensioenfondsen, ook niet bijster goed.
De dagelijkse gang van zaken op de beurs
Elke beurs heeft zijn eigen openingstijden, de tijden waarop aan de betreffende beurs gehandeld kan worden. Tijdens deze openingstijden kun je de gehele dag, elke minuut, handelen aan de beurs. En omdat er wereldwijd verschillende beurzen zijn, in alle tijdszones zo ongeveer, kun je, als je wil, dus 24 uur per dag handelen. De beurzen zijn in het weekend gesloten, en ook op feestdagen moet je even wachten. Feestdagen wisselen per land, zo kennen wij bijvoorbeeld Tweede Paasdag en Tweede Kerstdag waarop Euronext dicht is, maar aan de Amerikaanse beurs gewoon gehandeld kan worden. In Amerika zijn Independence Day, Labor Day en Thanksgiving enkele van de feestdagen waarop de beurs gesloten is.
De administratieve afhandeling van de transacties op de beurs gaat via een clearing house. Zij dragen zorg voor het overhevelen van de effecten van de verkoper naar de koper, en voor de overschrijving van het geld van de koper naar verkoper.
Alle effecten op de beurs kunnen elke minuut, zelfs elke seconde, van waarde veranderen. Het moment van handelen bepaalt dus tegen welke koers jij koopt of verkoopt. Voor beleggingsfondsen werkt dit wat anders, omdat het geen doen is voor alle individuele effecten de koersen de hele dag door bij te houden. Zij bepalen eens per dag, op een vast tijdstip, de Netto Asset Value (NAV) oftewel de intrinsieke waarde. Handelen binnen het beleggingsfonds gebeurt de gehele dag tegen diezelfde koers. Dat kan zowel gunstig als ongunstig zijn, afhankelijk van wat de beurskoersen die dag doen.
Het risico: de beurs crasht!
Het is de ergste nachtmerrie van een belegger én beleggingsfondsen: een beurscrash. Dit wordt ook wel een beurskrach genoemd en komt voor als de koers van een groot deel van de effecten een flinke koersdaling laat zien (onderuit gaat). Meestal gebeurt dit onverwachts en de gevolgen zijn enorm. Een crash gaat meestal vooraf door tijden van enorme voorspoed, economische groei en het gevoel dat het niet op kan. Dit wordt ook wel een bubbel genoemd, en de crash is dan de bubbel die knapt.
Zo was in 1929 de crash van de beurs van New York (NYSE, New York Stock Exchange) aan het beroemde Wall Street de oorzaak van een bankencrisis én schuldencrisis wereldwijd. Deze crisis duurde 10 jaar en wordt de Grote Depressie genoemd. Het is zelfs één van de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.
In 2008 kenden we de meest recente beurscrash, die velen van ons nog wel zullen herinneren. Ook hier ontstond een bubbel, het kon niet op. Dit was vooral te merken aan de huizenprijzen, deze rezen de pan uit. Toen de huizenprijzen kelderden en mensen hun (dure) hypotheek niet meer konden betalen, ging het mis. En de beurs volgde deze trend al snel, en uiteindelijk zat Nederland in een bankencrisis. Verschillende banken stonden op het randje van faillissement en zijn enkel door (financiële) hulp van de overheid overeind gebleven. Wereldwijd vielen vele bedrijven om, of moesten drastische maatregelen nemen om te kunnen overleven. De werkloosheid steeg, de huizenprijzen daalden verder, huizen stonden financieel onder water en velen kwamen met een enorme (rest)schuld te zitten.
Zitten we weer in een bubbel anno 2019?
Ook de crisis van 2008 duurde bijna een decennium, maar inmiddels zijn we wel uit deze crisis. Maar zoals het nu gaat, zouden we maar zo op weg kunnen zijn naar een nieuwe beurscrash en crisis. De huizenprijzen stijgen weer, gelukkig zijn banken wel een stuk voorzichtiger met het verstrekken van een hypotheek. De economie groeit weer en we lijken weer in een bubbel te zitten. Maar alleen de tijd zal uitwijzen of er weer een crash komt, of dat het met een sisser af gaat lopen.
Toch is de beurs eind 2018 niet helemaal stabiel. De koersen lijken de laatste weken van het jaar langzaam te dalen, en een echt herstel is nog niet gezien. Maar van een crash is nog lang geen sprake, we hebben het hier over procenten en geen complete vernietigende koersdaling.
[…] zelf. De app van Robeco is voor alle klanten van Robeco en geeft realtime inzicht in je rekeningen, beleggingen en koers. Met PLUS kun je ook handelen via de app. En je kunt een portefeuillescan uit laten […]
[…] we tegenwoordig vooral online handelen op een beurs, is het een stuk rustiger geworden op de beursvloer. Waar Wall Street ooit het middelpunt van […]
[…] hoort Wall Street er net zo goed bij. In Nederland hebben we Beursplein, waar de AEX beurs gevestigd is, op Wall Street zit de New York Stock Exchange. En het is daarmee misschien wel hét […]
[…] daytrader, ook wel daghandelaar genoemd, is een specifiek type handelaar op de beurs. Daytraden wordt vooral door professionals gedaan, maar ook particulieren kunnen, als ze het spel […]